Dare To Switch:

krijg meer evenwicht in werk en privé

Duik in dat bad van communicatie - voor schooldirecteuren

 

 

Graag wil ik het toenemende belang van communicatie in onze scholen benadrukken. Goed met elkaar communiceren is één van de belangrijkste kenmerken van een professionele cultuur: openheid, eerlijkheid, echt naar elkaar luisteren en proberen elkaar te begrijpen is in een school van groot belang.

 

Soms lijkt het net, of de toegenomen technische mogelijkheden om met elkaar te communiceren, ertoe geleid hebben dat de kwaliteit van de gesprekken in hetzelfde tempo is afgenomen. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de vele ‘gesprekken’ via je gsm.

 

Communiceren is eigenlijk niets anders dan iemand anders iets laten weten en/of van iemand anders iets willen weten. Dat kan van één iemand zijn, maar als schooldirecteur kan dat ook naar en van je team zijn.

 

Praten met in plaats van praten over is essentieel geworden.

  • Leerkrachten werken meer met elkaar samen: het idee van “koning in eigen klas” ligt (gelukkig) achter ons.
  • Van en met elkaar leren wordt belangrijker: hiervoor is een goede communicatie noodzakelijk.
  • Scholen worden groter en complexer: meer leerkrachten en meer verschillende taken, dus ook meer gesprekken, meer overleg.
  • Het (voort)bestaan in een snel veranderende omgeving vraagt een grotere mate van complexiteit.
  • Toename van het aantal duobanen: moet hier het belang van goede communicatie en samenwerking toegelicht worden?
  • Ouders zijn kritischer geworden, ook dat vraagt andere communicatieve vaardigheden.
  • Schooldirecties werken vaak niet meer alleen. Met een collega-directeur overleggen in plaats van mailtjes naar elkaar sturen is systematisch nodig.
  • Overleg vanuit de directeur naar het schoolbestuur is eveneens cruciaal in de professionele communicatie van scholen.

 

Op scholen is het soms grondig mis als het gaat om communicatie. Dat heb ik ervaren in mijn jarenlange ervaring in het werken met schooldirecteuren. Door de generaties heen zijn de meningen over leiderschap en communicatie veranderd. En ook de aanpak van tweegesprekken, waarop ik mij in dit schrijven vooral richt.

 

Mensen denken o.a. dat ze moeten oppassen met wat ze zeggen en wat ze tegen wie zeggen. Gesprekken hebben dan vaak iets van een spel, dat met elkaar gespeeld wordt. De communicatie doet onecht aan.

 

Leerkrachten verlangen naar een betere vorm van interactie, maar ze zijn er niet zeker van dat dit in de school ook mogelijk is. De schoolse werksituatie wordt doorgaans niet beschouwd als een plaats waar aan deze behoefte hoort te worden voldaan. Je krijgt dan situaties waarin collega’s: 

  • Elkaar misleiden door wat ze zeggen.
  • Meer zeggen dan ze weten: de eigen waarheid uitspreken als “de waarheid”, ook wel ‘egopraat’ genoemd in mijn sessies.
  • Niets zeggen: b.v. omdat anderen het toch al weten, of uit angst voor de mogelijke gevolgen.

Werken in een school betekent samenwerken. Dit geldt zeker voor de basisscholen, waar ik zelf de meeste ervaring heb in het begeleiden van de directeuren. Het beroep van schooldirecteur is zo veranderd en zo complex, dat we alleen door goede samenwerking iets waar kunnen maken van de opgave waar we voor staan.

 

Om te kunnen werken aan doelen in de richting van een gezamenlijke visie zal het team elkaar moeten ondersteunen. Samenwerking kan alleen vruchten afwerpen als je goed met elkaar communiceert en open staat voor ideeën van anderen.

 

Het kunnen parkeren van eigen opvattingen (mentale modellen) is voor een goed gesprek van belang. In zo’n gesprek vertelt iedereen zijn eigen waarheid, niet de waarheid. Vaak zie je dat mensen wel tegen en over elkaar praten, maar te weinig met elkaar.

Er is sprake van veel discussie en weinig dialoog. 

 

Mensen begrijpen elkaar op het ene moment beter dan het andere. Dit kan te maken hebben met de inhoud van het gesprek, maar ook met de wijze waarop het gesprek verloopt; de wijze waarop er wordt geluisterd en de verschillende belangen die in het geding zijn. 

 

Bij goede communicatie, die gericht is op samenwerking, gelden een aantal vuistregels.

Als je met een gesprek begint, is het van belang dat er een sfeer van veiligheid en vertrouwen ontstaat. Maak daarom echt contact met de ander voordat je naar de inhoud gaat. We hebben vaak de neiging om meteen met de deur in huis te vallen. Stel de ander op zijn gemak, laat merken dat je er voor de ander bent. Dat kan b.v. door kort even te vragen “Hoe gaat het met je?” of “ça va?” of door een blik of een uitnodigende houding.

Voorbeeld: Je hebt een gesprek met een leerkracht. Zij komt binnen voor een gesprek. Ze is met de fiets van de andere vestigingsplaats gekomen en is door de stromende regen kletsnat geworden. Als je dan meteen begint over hoe haar klasorganisatie momenteel op school door jou ervaren wordt, dan zondig je tegen dit belangrijke uitgangspunt. 

Je kunt in een goed gesprek onmogelijk belangstelling spelen, alleen doen alsof je geïnteresseerd bent. Probeer je leerkracht echt te begrijpen, heb er echte belangstelling voor en laat dat ook merken (verbaal en non-verbaal). Misschien lukt het gesprek je niet vandaag? Durf dan een nieuwe afspraak te maken. Het is niet omdat je de directeur bent, dat je niet meer menselijk of kwetsbaar mag zijn.

In een gesprek verleggen we voortdurend onze concentratie. We maken bijna steeds opnieuw een slinger in ons bewustzijn: soms zijn we bij de ander, dan weer bij onszelf, op andere momenten stappen we ‘uit het gesprek’ en bekijken het vanuit een helikopter-positie: wat gebeurt er hier tussen ons?? Wat maakt dat dit gesprek niet goed loopt? Hoe komen we hier samen uit?

Het is de kunst om de aandacht op een goede manier te verdelen. In de praktijk zien we dat we de tijd, waarin de ander aan het woord is, gebruiken om te bedenken wat we zelf dadelijk gaan zeggen: Hoe zit dat bij jou? Herken je dit? Hoe zou jij dat anders kunnen doen? Wat ga je adviseren? Het gevolg hiervan is, dat hetgeen de ander zegt voor een groot deel aan je voorbijgaat. 

Luisteren naar een leerkracht is niet iets passiefs, maar een activiteit. Het heeft alles te maken met de slinger van bewustzijn: slagen we erin om bij de haar of hem te blijven? Proberen we echt te begrijpen?

Actief luisteren vraagt om empathie, geduld, rust, goed omgaan met stiltes in een gesprek. De eenvoudigste en ook de belangrijkste regel bij luisteren is: stop zelf met praten! Het lijkt een open deur, maar de praktijk is in veel gevallen anders…

Het stellen van goede vragen heeft in een gesprek een dubbele betekenis: 

  • Voor jou, als vragensteller levert het meer informatie op, beter begrijpen wat hij of zij bedoelt, wat het probleem is, hoe de ander dingen beleeft. 
  • Met het stellen van goede vragen help je echter niet alleen jezelf, maar ook de leerkracht: hij of zij wordt gedwongen om na te denken, om te reflecteren, om de eigen gedachten en gevoelens te ordenen. Hij of zij wordt gestimuleerd om over het eigen gedrag te spreken in plaats van over de leerling bij voorbeeld, of over een collega.

Open vragen leveren het meeste op.

  • Vragen naar feiten bij voorbeeld. Op welke feiten baseer je dit? Hoe weet je dat? 
  • Vragen naar opvattingen. Wat vind je hiervan? Wat vind je positief of negatief aan dit idee? 
  • Vragen naar gevoelens. Waar maak je je zorgen over? Ik heb de indruk dat je van streek bent. Hoe klopt dat voor jou?
  • Vragen naar waarden. Wat vind je belangrijk in deze? Wat heeft voor jou prioriteit? 

 

In het onderwijs zijn we gewend om anderen te helpen, om te adviseren en om problemen (voor anderen) op te lossen.

 

In een gesprek bestaat vaak de neiging om anderen adviezen te geven wat ze zouden moeten doen. Dit heb ik deze week nog ervaren in sessies voor schooldirecteuren in verschillende regio’s in Vlaanderen.

Dit gebeurt ook zonder dat de ander daarom gevraagd heeft. In veel gevallen is dit niet de meest geschikte aanpak; de ander voelt zich niet serieus genomen, of de ‘oplossingen’ zijn wel voor jou, maar niet voor een ander adequaat. 

 

Als je niet zeker weet of de ander graag suggesties voor een oplossing wil, vraag dan: “Wat verwacht je in dit gesprek van mij? “

 

De manier waarop het gesprek wordt gevoerd hangt onder meer af van de accenten die men in een gesprek legt. Deze accenten worden bepaald door de nadruk die men wenst te leggen op de inhoud, de procedure, de interactie tussen de betrokkenen of de gevoelens van de betrokkenen. Een actie, die geënt is op een van de hiervoor genoemde aspecten, heet een gespreksinterventie. 

 

We onderscheiden vier typen van gespreksinterventies: 

  • Inhoudsinterventie. Deze komt het meeste voor. We blijven hangen in de inhoud, terwijl andere interventies meer zouden opleveren. Voorbeelden:
    • Hoe gaat het nu met de nieuwe aanpak? 
    • Waar zitten de knelpunten? 
    • Ik zal je uitleggen hoe dit komt. 
  • Procedure-interventie. We zeggen iets over de procedure van het gesprek. Voorbeelden:
    • We hebben nu weinig tijd. Zullen we er straks rustig over praten? 
    • Moeten de ouders ook niet aanwezig zijn bij dit gesprek? 
    • Zijn er nog andere punten die aan de orde moeten komen? 
  • Interactie-interventie. Verwoorden van wat er speelt tussen de gesprekspartners. Voorbeelden:
    • Wat maakt dat je weinig zegt?
    • Ik heb de indruk dat we langs elkaar heen praten.
    • Zo spelen we kat en muis met elkaar.
  • Gevoels-interventie. Gevoelens van de gesprekspartners een rol laten spelen in het gesprek. Voorbeelden:
    • Ik merk dat je je ongerust maakt. 
    • Wat irriteert je eigenlijk zo? 
    • Ik ben erg teleurgesteld over deze kwestie.

Gewoonlijk wordt er alleen geluisterd naar en gereageerd op de inhoud van wat de gesprekspartner inbrengt. Als het gesprek moeilijk verloopt, gaat men nog meer informatie geven, nog meer argumenten gebruiken, nog meer inhoudelijke vragen stellen. Meestal levert dit niet het gewenste resultaat op. 

 

Een gesprek zal effectiever verlopen wanneer alle vier de mogelijkheden van reageren in het gesprek worden betrokken. Als bijvoorbeeld een leerkracht zeer boos en rood aangelopen je bureau binnenkomt en tegen je begint te klagen helpt het weinig om een aantal argumenten te noemen waarom je deze houding onterecht vindt. Een korte gevoelsinterventie: ‘Ik merk het dat je het moeilijk hebt’ doet dan vaak wonderen. De ander wordt in elk geval erkend en serieus genomen.

 

Het is mijn overtuiging dat het verbeteren van de onderlinge communicatie in een school veel zal opleveren; niet alleen voor de kwaliteit van het werken in de klas, maar vooral ook voor de sfeer, het werkklimaat, of mensen zich lekker voelen in hun school. We zijn erg sterk in het verzinnen van allerlei regels, afspraken, taakverdelingen, e.d. Zeker net zo belangrijk is het om voortdurend te werken aan een professionele cultuur. Communicatie is binnen zo’n cultuur een van de pijlers. 

 

Goed met elkaar samenwerken en met elkaar praten zijn vooral in een lerende school belangrijke vaardigheden. Vaardigheden leer je niet door erover te lezen en dan over te gaan tot de orde van (de drukke) alledag. Je zult het moeten oefenen, er expliciet aandacht aan moeten schenken, met kleine onderdelen beginnen. Zwemmen leer je ook niet door drie boeken over zwemmen te lezen. Duik in dat bad van communicatie!

 

Eerder schreef ik het boek ‘De duidelijke directeur. Gouden communicatietips voor elke school’.  Dit boek kan je vinden bij bol.com of rechtstreeks bij de uitgever www.acco.be/deduidelijkedirecteur.

 

Vraag me om advies voor jezelf, jij bent schooldirecteur. Ik ben graag jouw mentor.

Stuur me een mailtje op karina@karinaverhoeven.com.

 

Kastanjedreef 11 - 9080 Lochristi - België - - 0484 37 04 29 0484 37 04 29 - BTW BE 0597.921.955 - Privacyverklaring
Beste gebruikers, deze site bewaart cookies op uw computer.
Het doel is om uw ervaring op onze website te verbeteren en u tegelijkertijd meer gepersonaliseerde diensten aan te bieden. Cookies worden ook gebruikt voor het personaliseren van advertenties. Als u meer informatie wilt over de cookies die wij gebruiken, raadpleeg dan ons Privacybeleid. Door cookies te accepteren, stemt u in met het gebruik ervan. U kunt de instellingen van de cookies ook aanpassen. Als u weigert, worden uw gegevens niet bijgehouden wanneer u deze site bezoekt. Er wordt slechts één cookie gebruikt in uw browser om uw voorkeur dat u niet gevolgd wilt worden te onthouden.
Cookie-instelling bewerken